Het familiegraf bestaat uit 2 grafnummers te weten: vak VIII- de nummers 53 en 54 

Beide graven zijn op 28 februari 1920 aangekocht door onze opa Gerardus Seppen. Na de aankoop heeft hij eigenhandig de grafkelder gemetseld. In deze grafkelder is plaats voor 9 kisten.

Op 1 september 1920 is aan hem toestemming verleend om zijn echtgenote Alida Christina Wilhelmina Seppen – Gijzel (overleden op 30 september 1914) op te graven uit graf vak II no 10 . Voor het openen van het graf is toestemming verleend door haar vader de heer G. Gijzel . Op 6 september 1920 wordt door de gemeente een kwitantie uitgeschreven voor het openen van het graf en het overbrengen van het lijk. Totale kosten fl 8,–

De kelderzerk met plint is gemaakt door Steenhouwerij aan de Kruissteeg 7 te Hilversum in opdracht van de fa J.G. Dekker voor een bedrag van fl 295,– verhoogd met 10 ct zegelkosten. Factuurdatum 21-09-1920 betaald 23 sept. 1920

Er is een aanschrijving gedateerd 1 maart 1921 dat de gemeente stopt met het verwijderen van onkruid , begieten of schoonhouden van de graven door de opzichter. Ook het aannemen van fooien door de opzichter is verboden. In de nieuwe regeling wordt de eigenaar van het graf gevraagd zelf de verzorging op zich te nemen maar hij kan het ook door de gemeente laten doen voor fl 10,– /jaar. Te voldoen voor 31 dec 1921. Het afkopen van dit “recht” kost het 25 voudige van dit bedrag in eens te voldoen bij de Ontvanger der Gemeente voor 31 dec 1921.

In september 1937 is na de begrafenis van Gerardus Seppen de deksteen bij het herplaatsen gebroken. Door Gerrit Seppen is hierover geklaagd bij de gemeente maar heeft nul op request gekregen. Bovendien moet hij de gemeente nog fl 20,– betalen voor het openen en sluiten van het graf. Er is toen voor fl. 89,00 een nieuwe deksteen aangekocht en geplaatst. Na het overlijden van Gerardus Seppen heeft zijn zoon Gerrit Seppen de grafrechten overgenomen.

Op 16 nov. 1950 krijgt Gerrit Seppen weer een aanschrijving voor het onderhoud van het graf. Dit moet binnen 3 weken in orde worden gebracht. Op 4 februari 1952 heeft Gerrit Seppen bij de gemeente Hilversum het onderhoud eeuwigdurend afgekocht voor fl. 390,00. 

In 1951 is mevrouw Cornelia van Doorn, gouvernante/verzorgster /huishoudster van de familie sinds 1914, bijgezet in het familiegraf. 

Voor het bijzetten van de urn ( in een eiken kistje) van onze vader, Gerrit Seppen (overleden 24 januari 1989) is de deksteen een klein stukje opengeschoven.  

Na het overlijden van onze moeder, Wilhelmina Richarda Seppen – Dijkman, in 1996 hebben de 6 kinderen besloten om de kelder te renoveren.  In het familiegraf mogen slechts 9 kisten tegelijk bijgezet worden. Deze moeten 10 jaar onberoerd blijven. Daarom hebben zij besloten een betonnen vloer boven de overblijfselen van de drie “bewoners” aan te brengen. De vloer ligt op RVS-profielen ruim boven de verdwenen “kisten” van opa, oma en tante Kee. Op de vloer is een laag gebroken wit marmer aangebracht. Daarop zijn de urnen van onze ouders, Gerrit en Mien Seppen, naast elkaar bijgezet. 

Tevens is het hoofdbord met de tekst ‘Familiegraf Seppen’ aangebracht en zijn er links en rechts van de grote steen 6 tegels geplaatst. Voor elk kind van Gerrit en Mien een tegel. 

In het familiegraf mogen alleen nog urnen bijgezet worden.

 

 

 

 

De zes tegels ter weerzijde van de deksteen worden gebruikt voor de namen van de overleden en bijgezette familieleden van de 6 kinderen van Gerrit en Mien Seppen-Dijkman.

Inmiddels zijn bijgezet:

Gert Jan Ooms in 1998

Bob Ooms in 2000

Tineke Aarts-Seppen in 2020

Leny Ooms – Seppen, Gerard Seppen en Metha Seppen – Goedkoop in 2021